chart

US /tʃɑːrt/
UK /tʃɑːrt/
"chart" picture
1.

grafiek, kaart

a graphic representation of data

:
•
The sales figures are shown on the chart.
De verkoopcijfers worden weergegeven op de grafiek.
•
We need to create a new chart for the presentation.
We moeten een nieuwe grafiek maken voor de presentatie.
:
graphdiagramplottable
2.

kaart, zeekaart

a map, especially one used for navigation by sea or air

:
•
The captain consulted the nautical chart.
De kapitein raadpleegde de nautische kaart.
•
Pilots use aeronautical charts to navigate.
Piloten gebruiken luchtvaartkaarten om te navigeren.
:
mapplandiagram
1.

in kaart brengen, uitzetten

to make a map of an area

:
•
They will chart the coastline for future expeditions.
Ze zullen de kustlijn in kaart brengen voor toekomstige expedities.
•
The explorers began to chart the uncharted territory.
De ontdekkingsreizigers begonnen het onbekende gebied in kaart te brengen.
:
mapplotdiagramrecord
2.

bijhouden, volgen

to record the progress or development of something over time

:
•
We need to chart the progress of the students.
We moeten de voortgang van de studenten bijhouden.
•
The doctor will chart your recovery.
De dokter zal je herstel bijhouden.
:
trackmonitorrecorddocument
:
bar chartpie chartflow chartflip chartGantt chart