chainsaw
US /ˈtʃeɪn.sɔː/
UK /ˈtʃeɪn.sɔː/
1.
kettingzaag
a portable power-driven saw with a rapidly rotating chain of cutters, used for felling trees or cutting timber
:
•
He used a chainsaw to cut down the old oak tree.
Hij gebruikte een kettingzaag om de oude eikenboom om te zagen.
•
Always wear safety gear when operating a chainsaw.
Draag altijd veiligheidsuitrusting bij het bedienen van een kettingzaag.
1.
kettingzagen, met een kettingzaag zagen
to cut with a chainsaw
:
•
They plan to chainsaw the fallen branches into smaller pieces.
Ze zijn van plan de gevallen takken met een kettingzaag in kleinere stukken te zagen.
•
He spent the afternoon chainsawing firewood.
Hij bracht de middag door met het zagen van brandhout met de kettingzaag.