Betekenis van het woord candy in het Nederlands
Wat betekent candy in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
candy
US /ˈkæn.di/
UK /ˈkæn.di/

Zelfstandig Naamwoord
1.
snoep, lekkernij
sweet foods made of sugar or syrup, often combined with fruit, chocolate, or nuts
Voorbeeld:
•
The children were excited to get candy on Halloween.
De kinderen waren opgewonden om snoep te krijgen met Halloween.
•
She always keeps a jar of candy on her desk.
Ze heeft altijd een pot snoep op haar bureau staan.
Werkwoord
1.
kandijeren, versuikeren
to coat or crystallize with sugar
Voorbeeld:
•
She decided to candy the pecans for the holiday dessert.
Ze besloot de pecannoten te kandijeren voor het feestdessert.
•
The chef will candy the orange peels to use as garnish.
De chef zal de sinaasappelschillen kandijeren om als garnering te gebruiken.
Synoniem:
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: