burner
US /ˈbɝː.nɚ/
UK /ˈbɝː.nɚ/

1.
2.
brander, recorder
a device that records data onto a CD or DVD
:
•
I used a CD burner to create a backup of my files.
Ik gebruikte een CD-brander om een back-up van mijn bestanden te maken.
•
My computer has a built-in DVD burner.
Mijn computer heeft een ingebouwde DVD-brander.
3.
wegwerptelefoon, burnertelefoon
a disposable cell phone, often used for temporary or anonymous communication
:
•
He bought a burner phone to avoid being traced.
Hij kocht een wegwerptelefoon om niet getraceerd te worden.
•
Criminals often use burner phones for their activities.
Criminelen gebruiken vaak wegwerptelefoons voor hun activiteiten.