bronze
US /brɑːnz/
UK /brɑːnz/

1.
2.
bronskleur, brons
a reddish-brown color
:
•
The artist used a rich bronze color for the background.
De kunstenaar gebruikte een rijke bronzen kleur voor de achtergrond.
•
Her hair had a beautiful bronze sheen in the sunlight.
Haar haar had een prachtige bronzen glans in het zonlicht.
3.
bronzen medaille, brons
a medal, typically made of bronze, awarded for third place in a competition
:
•
She won a bronze in the swimming competition.
Ze won een bronzen medaille in de zwemwedstrijd.
•
The athlete proudly displayed his Olympic bronze medal.
De atleet toonde trots zijn Olympische bronzen medaille.
1.
2.
bronskleurig, roodbruin
of a reddish-brown color
:
•
She had a lovely bronze tan after her vacation.
Ze had een mooie bronzen teint na haar vakantie.
•
The horse had a striking bronze coat.
Het paard had een opvallende bronzen vacht.