borrowing

US /ˈbɑːr.oʊ.ɪŋ/

UK /ˈbɑːr.oʊ.ɪŋ/

lenen, uitlenen

the action of taking and using something that belongs to someone else with the intention of returning it

•

The borrowing of books from the library is free.

Het lenen van boeken uit de bibliotheek is gratis.

•

His constant borrowing of money caused problems.

Zijn constante geld lenen veroorzaakte problemen.

leenwoord

a word or phrase adopted from another language

•

Many English words are borrowings from French.

Veel Engelse woorden zijn leenwoorden uit het Frans.

•

The term 'kindergarten' is a German borrowing.

De term 'kindergarten' is een Duits leenwoord.