bonus

US /ˈboʊ.nəs/
UK /ˈboʊ.nəs/
"bonus" picture
1.

bonus, premie

a sum of money added to a person's wages as a reward for good performance

:
The employees received a generous bonus at the end of the year.
De werknemers ontvingen een royale bonus aan het einde van het jaar.
She earned a performance bonus for exceeding her sales targets.
Ze verdiende een prestatiebonus voor het overtreffen van haar verkoopdoelstellingen.
2.

extraatje, voordeel

an unexpected additional benefit

:
The beautiful weather was an added bonus to our picnic.
Het mooie weer was een extra bonus voor onze picknick.
Getting a free dessert was a nice bonus.
Een gratis dessert krijgen was een leuke bonus.