Betekenis van het woord boarder in het Nederlands
Wat betekent boarder in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
boarder
US /ˈbɔːr.dɚ/
UK /ˈbɔːr.dɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
kostganger, pensiongast
a person who receives meals and lodging in exchange for payment
Voorbeeld:
•
The old lady took in a boarder to help with expenses.
De oude dame nam een kostganger in huis om te helpen met de kosten.
•
Our house has a spare room, so we're thinking of getting a boarder.
Ons huis heeft een logeerkamer, dus we overwegen een kostganger te nemen.
2.
instapper, passagier
a person who boards a ship, train, or other vehicle
Voorbeeld:
•
All boarders must present their tickets before entering the train.
Alle instappers moeten hun tickets tonen voordat ze de trein binnengaan.
•
The last boarder just got on the plane.
De laatste passagier is net aan boord van het vliegtuig gegaan.
Leer dit woord op Lingoland