beforehand

US /bɪˈfɔːr.hænd/
UK /bɪˈfɔːr.hænd/
"beforehand" picture
1.

van tevoren, vooraf

before an action or event; in advance

:
I wish I had known beforehand.
Ik wou dat ik het van tevoren had geweten.
You should prepare everything beforehand.
Je moet alles van tevoren voorbereiden.