be smooth sailing
US /bi smuð ˈseɪlɪŋ/
UK /bi smuð ˈseɪlɪŋ/

1.
een fluitje van een cent, gemakkelijk verlopen
to be easy and without problems or difficulties
:
•
After we finished the hardest part, the rest of the project was smooth sailing.
Nadat we het moeilijkste deel hadden afgerond, was de rest van het project een fluitje van een cent.
•
I thought getting a promotion would be smooth sailing, but there were many challenges.
Ik dacht dat een promotie een makkie zou zijn, maar er waren veel uitdagingen.