be on your uppers
US /bi ɑn jʊər ˈʌpərz/
UK /bi ɑn jʊər ˈʌpərz/

1.
aan de grond zitten, blut zijn
to be very poor, having very little money
:
•
After losing his job, he was really on his uppers.
Nadat hij zijn baan had verloren, zat hij echt aan de grond.
•
The company has been on its uppers for months and might close down soon.
Het bedrijf zit al maanden aan de grond en zou binnenkort kunnen sluiten.