battered

US /ˈbæt̬.ɚd/
UK /ˈbæt̬.ɚd/
"battered" picture
1.

gefrituurd, in beslag

covered in batter and deep-fried

:
We ordered fish and battered chips.
We bestelden vis en gefrituurde friet.
The menu featured crispy battered onion rings.
Het menu bevatte knapperige gefrituurde uienringen.
2.

gehavend, beschadigd

damaged by repeated blows or hard use

:
The old book had a battered cover.
Het oude boek had een gehavende kaft.
He drove a battered old truck.
Hij reed in een gehavende oude vrachtwagen.
3.

mishandeld, geslagen

(of a person) subjected to repeated physical violence

:
The charity provides support for battered women.
De liefdadigheidsinstelling biedt steun aan mishandelde vrouwen.
He was a battered child, often showing bruises.
Hij was een mishandeld kind, vaak met blauwe plekken.
1.

geslagen, getroffen

past participle of 'batter'

:
The strong winds had battered the old lighthouse.
De sterke wind had de oude vuurtoren getroffen.
He was battered by criticism after his poor performance.
Hij werd overweldigd door kritiek na zijn slechte prestatie.