baked goods
US /ˈbeɪkt ɡʊdz/
UK /ˈbeɪkt ɡʊdz/

1.
gebakken goederen, bakwaren
food items that are baked, such as bread, cakes, pastries, and cookies
:
•
The aroma of fresh baked goods filled the bakery.
De geur van verse gebakken goederen vulde de bakkerij.
•
She brought a variety of baked goods to the potluck.
Ze bracht een verscheidenheid aan gebakken goederen mee naar de potluck.