Betekenis van het woord audit in het Nederlands
Wat betekent audit in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
audit
US /ˈɑː.dɪt/
UK /ˈɑː.dɪt/
Zelfstandig Naamwoord
1.
audit, controle
an official inspection of an individual's or organization's accounts, typically by an independent body.
Voorbeeld:
•
The company is undergoing a financial audit this month.
Het bedrijf ondergaat deze maand een financiële audit.
•
The tax authorities announced a random audit of small businesses.
De belastingdienst kondigde een willekeurige audit van kleine bedrijven aan.
Werkwoord
1.
auditen, controleren
conduct an official financial inspection of (an individual's or organization's accounts).
Voorbeeld:
•
The government decided to audit all major corporations.
De overheid besloot alle grote bedrijven te auditen.
•
Our accounts are audited annually by an external firm.
Onze rekeningen worden jaarlijks geaudit door een extern bureau.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: