Betekenis van het woord atom in het Nederlands

Wat betekent atom in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

atom

US /ˈæt̬.əm/
UK /ˈæt̬.əm/
"atom" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

atoom

the basic unit of a chemical element, consisting of a nucleus and orbiting electrons

Voorbeeld:
Water is made up of hydrogen and oxygen atoms.
Water bestaat uit waterstof- en zuurstofatomen.
The smallest particle of an element is an atom.
Het kleinste deeltje van een element is een atoom.
2.

spoortje, kleinste beetje

a tiny particle or amount of something

Voorbeeld:
There isn't an atom of truth in what he said.
Er zit geen spoortje waarheid in wat hij zei.
She didn't show an atom of fear.
Ze toonde geen spoortje angst.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: