Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord particle in het Nederlands

Wat betekent particle in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

particle

US /ˈpɑːr.t̬ə.kəl/
UK /ˈpɑːr.t̬ə.kəl/
"particle" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

deeltje, spoor

a minute portion, piece, or amount of something

Voorbeeld:
•
There wasn't a particle of dust in the room.
Er was geen deeltje stof in de kamer.
•
He didn't show a particle of remorse.
Hij toonde geen spoor van berouw.
Synoniem:
speckbitfragmentatomiota
2.

deeltje, subatomair deeltje

a subatomic particle (e.g., electron, proton, neutron)

Voorbeeld:
•
Physicists study the behavior of elementary particles.
Natuurkundigen bestuderen het gedrag van elementaire deeltjes.
•
The atom is composed of protons, neutrons, and electrons, which are all types of particles.
Het atoom is samengesteld uit protonen, neutronen en elektronen, die allemaal soorten deeltjes zijn.

Partikel

1.

partikel, voegwoord

a word that does not change its form and has a grammatical or semantic function but does not belong to one of the main parts of speech (e.g., 'to' in infinitives, 'up' in 'look up')

Voorbeeld:
•
In the phrase 'to run', 'to' is a grammatical particle.
In de uitdrukking 'to run' is 'to' een grammaticale partikel.
•
Phrasal verbs often consist of a verb and a particle.
Frasale werkwoorden bestaan vaak uit een werkwoord en een partikel.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
beta particle