Betekenis van het woord architect in het Nederlands
Wat betekent architect in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
architect
US /ˈɑːr.kə.tekt/
UK /ˈɑːr.kə.tekt/

Zelfstandig Naamwoord
1.
architect
a person who designs buildings and in many cases also supervises their construction
Voorbeeld:
•
The architect presented the blueprints for the new library.
De architect presenteerde de blauwdrukken voor de nieuwe bibliotheek.
•
She decided to study to become an architect.
Ze besloot te studeren om architect te worden.
Synoniem:
2.
bedenker, ontwerper, grondlegger
a person who is responsible for inventing or realizing a particular idea or project
Voorbeeld:
•
He was the chief architect of the company's new marketing strategy.
Hij was de hoofdarchitect van de nieuwe marketingstrategie van het bedrijf.
•
She is considered the architect of modern educational reform.
Zij wordt beschouwd als de architect van de moderne onderwijshervorming.
Leer dit woord op Lingoland