Betekenis van het woord builder in het Nederlands

Wat betekent builder in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

builder

US /ˈbɪl.dɚ/
UK /ˈbɪl.dɚ/
"builder" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

bouwer, aannemer

a person whose job is to build or repair houses or other buildings

Voorbeeld:
The builder finished the new house in six months.
De bouwer voltooide het nieuwe huis in zes maanden.
We hired a local builder to extend our kitchen.
We hebben een lokale bouwer ingehuurd om onze keuken uit te breiden.
2.

bouwer, woningbouwer

a company that builds houses or other buildings

Voorbeeld:
This housing estate was built by a well-known builder.
Deze woonwijk is gebouwd door een bekende bouwer.
They are one of the largest home builders in the region.
Zij zijn een van de grootste woningbouwers in de regio.
Leer dit woord op Lingoland