amble

US /ˈæm.bəl/
UK /ˈæm.bəl/
"amble" picture
1.

slenteren, kuieren

walk or move at a slow, relaxed pace

:
They ambled along the beach, enjoying the sunset.
Ze slenterden langs het strand, genietend van de zonsondergang.
The horse ambled lazily across the field.
Het paard slenterde lui over het veld.
1.

wandeling, slentertocht

a slow, relaxed walk or pace

:
We took a leisurely amble through the park.
We maakten een ontspannen wandeling door het park.
The old man's amble was slow but steady.
De slentertocht van de oude man was langzaam maar gestaag.