accurate
US /ˈæk.jɚ.ət/
UK /ˈæk.jɚ.ət/

1.
nauwkeurig, precies, correct
correct in all details; exact.
:
•
The report provides an accurate description of the events.
Het rapport geeft een nauwkeurige beschrijving van de gebeurtenissen.
•
Make sure your measurements are accurate.
Zorg ervoor dat uw metingen nauwkeurig zijn.