a month of Sundays
US /ə mʌnθ əv ˈsʌn.deɪz/
UK /ə mʌnθ əv ˈsʌn.deɪz/

1.
een eeuwigheid, een hele lange tijd
a very long period of time
:
•
I haven't seen him in a month of Sundays.
Ik heb hem al een eeuwigheid niet gezien.
•
It will be a month of Sundays before they finish that project.
Het zal een eeuwigheid duren voordat ze dat project afmaken.