wrinkled

US /ˈrɪŋ.kəld/
UK /ˈrɪŋ.kəld/
"wrinkled" picture
1.

gerimpeld, verfrommeld

having wrinkles or creases

:
His face was old and wrinkled.
Zijn gezicht was oud en gerimpeld.
The old map was torn and wrinkled.
De oude kaart was gescheurd en verfrommeld.
1.

kreukelde, verfrommelde

past tense and past participle of wrinkle

:
The fabric wrinkled easily after washing.
De stof kreukelde gemakkelijk na het wassen.
His brow wrinkled in concentration.
Zijn voorhoofd fronsde van concentratie.