workbook
US /ˈwɝːk.bʊk/
UK /ˈwɝːk.bʊk/
1.
werkboek
a book of exercises or problems for students
:
•
The students completed the exercises in their math workbook.
De studenten voltooiden de oefeningen in hun wiskundewerkboek.
•
Each language course comes with a textbook and a corresponding workbook.
Elke taalcursus wordt geleverd met een leerboek en een bijbehorend werkboek.
2.
werkmap
a file in a spreadsheet program containing one or more worksheets
:
•
He saved all his financial data in an Excel workbook.
Hij heeft al zijn financiële gegevens opgeslagen in een Excel-werkmap.
•
Make sure to save your workbook before closing the program.
Zorg ervoor dat je je werkmap opslaat voordat je het programma sluit.