Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord whole in het Nederlands

Wat betekent whole in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

whole

US /hoʊl/
UK /hoʊl/
"whole" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

heel, geheel

all of something

Voorbeeld:
•
He ate the whole cake by himself.
Hij at de hele taart in zijn eentje op.
•
The whole family went on vacation.
De hele familie ging op vakantie.
Synoniem:
entirecompletetotalfullundivided
2.

heel, intact

in an unbroken or undamaged state; in one piece

Voorbeeld:
•
Despite the fall, the vase remained whole.
Ondanks de val bleef de vaas heel.
•
It's important to keep the document whole.
Het is belangrijk om het document intact te houden.
Synoniem:
intactundamagedunbrokencompletesound

Zelfstandig Naamwoord

1.

geheel, totaliteit

a thing that is complete in itself

Voorbeeld:
•
The universe is a whole, not just a collection of parts.
Het universum is een geheel, niet zomaar een verzameling van delen.
•
He sees the community as a single whole.
Hij ziet de gemeenschap als één geheel.
Synoniem:
entiretytotalitysumaggregateunity

Bijwoord

1.

helemaal, volledig

entirely; fully

Voorbeeld:
•
He was wholeheartedly committed to the project.
Hij was volledig toegewijd aan het project.
•
She felt whole again after the recovery.
Ze voelde zich weer helemaal na het herstel.
Synoniem:
entirelyfullycompletelytotallyaltogether
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
whole milkwhole notedouble whole note