Betekenis van het woord welsh in het Nederlands
Wat betekent welsh in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
welsh
US /welʃ/
UK /welʃ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
Welsh, Wels
the Celtic language of Wales
Voorbeeld:
•
Many people in Wales speak Welsh.
Veel mensen in Wales spreken Welsh.
•
She is learning Welsh to connect with her heritage.
Ze leert Welsh om verbinding te maken met haar erfgoed.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
Welsh, Wels
relating to Wales, its people, or their language
Voorbeeld:
•
The Welsh flag features a red dragon.
De Welshe vlag heeft een rode draak.
•
She enjoys listening to Welsh folk music.
Ze luistert graag naar Welshe volksmuziek.
Werkwoord
1.
niet nakomen, zich onttrekken aan
(of a person) fail to honor a debt or obligation
Voorbeeld:
•
He welshed on his promise to pay back the loan.
Hij kwam zijn belofte niet na om de lening terug te betalen.
•
Don't welsh on your bets, pay up!
Kom je weddenschappen niet na, betaal!
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: