wealth
US /welθ/
UK /welθ/

1.
rijkdom, welvaart
an abundance of valuable possessions or money
:
•
He accumulated great wealth through his investments.
Hij vergaarde grote rijkdom door zijn investeringen.
•
The nation's wealth is derived from its natural resources.
De rijkdom van de natie is afgeleid van haar natuurlijke hulpbronnen.