upstage
US /ʌpˈsteɪdʒ/
UK /ʌpˈsteɪdʒ/
1.
achter op het podium, naar achteren op het podium
at or toward the rear of a theatrical stage
:
•
The actor moved upstage to deliver his monologue.
De acteur bewoog zich naar achteren op het podium om zijn monoloog te houden.
•
She positioned herself slightly upstage of the other performers.
Ze positioneerde zichzelf iets achter de andere artiesten.
1.
overtreffen, de aandacht afleiden van
to draw attention away from (someone) toward oneself; overshadow
:
•
The new lead actor tried to upstage the veteran performer.
De nieuwe hoofdrolspeler probeerde de ervaren artiest te overtreffen.
•
She always manages to upstage everyone at parties with her extravagant outfits.
Ze slaagt er altijd in om iedereen op feestjes te overtreffen met haar extravagante outfits.