unwanted
US /ʌnˈwɑːn.t̬ɪd/
UK /ʌnˈwɑːn.t̬ɪd/

1.
ongewenst, ongevraagd
not desired or wished for
:
•
She received a lot of unwanted advice.
Ze kreeg veel ongewenst advies.
•
The company is trying to get rid of unwanted inventory.
Het bedrijf probeert ongewenste voorraad kwijt te raken.