tentative
US /ˈten.t̬ə.t̬ɪv/
UK /ˈten.t̬ə.t̬ɪv/

1.
voorlopig, onzeker, voorzichtig
not certain or fixed; provisional
:
•
We have a tentative plan for the weekend, but it might change.
We hebben een voorlopig plan voor het weekend, maar het kan nog veranderen.
•
The meeting has been given a tentative date of May 10th.
De vergadering heeft een voorlopige datum van 10 mei gekregen.
2.
aarzelend, voorzichtig
done without confidence; hesitant
:
•
He took a few tentative steps into the dark room.
Hij zette een paar voorzichtige stappen de donkere kamer in.
•
Her smile was tentative, as if she wasn't sure she should be happy.
Haar glimlach was aarzelend, alsof ze niet zeker wist of ze blij mocht zijn.