talented
US /ˈtæl.ən.t̬ɪd/
UK /ˈtæl.ən.t̬ɪd/

1.
getalenteerd, begaafd
having a natural aptitude or skill for something
:
•
She is a very talented musician.
Ze is een zeer getalenteerde muzikante.
•
He's a talented artist, his paintings are amazing.
Hij is een getalenteerde kunstenaar, zijn schilderijen zijn geweldig.