Betekenis van het woord swedish in het Nederlands

Wat betekent swedish in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

swedish

US /ˈswiː.dɪʃ/
UK /ˈswiː.dɪʃ/
"swedish" picture

Bijvoeglijk Naamwoord

1.

Zweeds

relating to Sweden, its people, or its language

Voorbeeld:
She is learning Swedish.
Ze leert Zweeds.
He enjoys Swedish meatballs.
Hij geniet van Zweedse gehaktballetjes.

Zelfstandig Naamwoord

1.

Zweeds

the North Germanic language that is the official language of Sweden and is spoken by the largest number of people in the Nordic countries

Voorbeeld:
Do you speak Swedish?
Spreek je Zweeds?
Many words in Swedish are similar to Norwegian.
Veel woorden in het Zweeds lijken op het Noors.
2.

Zweden

the people of Sweden collectively

Voorbeeld:
The Swedish are known for their innovation.
De Zweden staan bekend om hun innovatie.
The Swedish enjoy a high quality of life.
De Zweden genieten van een hoge levenskwaliteit.
Leer dit woord op Lingoland