suspicious
US /səˈspɪʃ.əs/
UK /səˈspɪʃ.əs/
1.
achterdochtig, wantrouwig
having or showing a cautious distrust of someone or something
:
•
He gave me a suspicious look when I asked about the money.
Hij gaf me een achterdochtige blik toen ik naar het geld vroeg.
•
The police became suspicious after finding inconsistencies in his story.
De politie werd achterdochtig na het vinden van inconsistenties in zijn verhaal.
2.
verdacht
causing one to have the idea or impression that something is wrong or illegal
:
•
There was a suspicious package left outside the building.
Er lag een verdacht pakketje buiten het gebouw.
•
Her sudden wealth seemed highly suspicious.
Haar plotselinge rijkdom leek zeer verdacht.