sunken

US /ˈsʌŋ.kən/
UK /ˈsʌŋ.kən/
"sunken" picture
1.

gezonken

having sunk to the bottom of the sea or a lake

:
Divers explored the sunken ship.
Duikers verkenden het gezonken schip.
They discovered a sunken treasure chest.
Ze ontdekten een gezonken schatkist.
2.

ingevallen, hol

(of eyes, cheeks, or other parts of the body) appearing hollow or deep-set

:
His illness left him with pale skin and sunken eyes.
Zijn ziekte liet hem achter met bleke huid en ingevallen ogen.
Her cheeks were sunken from lack of sleep.
Haar wangen waren ingevallen door slaapgebrek.
3.

verzonken, verlaagd

(of an area of land) lower than the surrounding surface

:
The garden had a beautiful sunken patio.
De tuin had een prachtig verzonken terras.
They built a house with a sunken living room.
Ze bouwden een huis met een verzonken woonkamer.