strategic
US /strəˈtiː.dʒɪk/
UK /strəˈtiː.dʒɪk/
1.
strategisch
relating to the identification of long-term or overall aims and interests and the means of achieving them
:
•
The company developed a new strategic plan for growth.
Het bedrijf ontwikkelde een nieuw strategisch plan voor groei.
•
They made a strategic decision to expand into new markets.
Ze namen een strategische beslissing om uit te breiden naar nieuwe markten.
2.
strategisch, militair
relating to the gaining of an advantage or success, especially in military operations
:
•
The general's strategic brilliance led to victory.
De strategische genialiteit van de generaal leidde tot de overwinning.
•
They occupied a highly strategic position on the battlefield.
Ze bezetten een zeer strategische positie op het slagveld.