Engels-Nederlands Woordenboek

Betekenis van het woord straps in het Nederlands

Wat betekent straps in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

straps

Zelfstandig Naamwoord

1.

bandjes

a strip of leather, cloth, or other flexible material, often with a buckle, used to fasten, secure, or carry something or to hold onto something.

Voorbeeld:
•
her bra strap
Synoniem:
thongtiecordbandbelttapeleashlead

Werkwoord

1.

bandjes

fasten or secure in a specified place or position with a strap or seat belt.

Voorbeeld:
•
I had to strap the bag to my bicycle
Synoniem:
fastensecuretiebindlashbuckletrusspinion
2.

bandjes

beat (someone) with a strip of leather.

Voorbeeld:
•
I expected when my dad walked in that he'd strap him
Synoniem:
beatflogwhipleatherbeltthrashlashhorsewhipbirchcanestrikehitcloutwallopwhacklatherlarrupwhalestripethong
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord:
strapstrapping