Betekenis van het woord speaker in het Nederlands
Wat betekent speaker in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
speaker
US /ˈspiː.kɚ/
UK /ˈspiː.kɚ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
spreker
a person who speaks
Voorbeeld:
•
The main speaker at the conference was a renowned scientist.
De hoofdspreker op de conferentie was een gerenommeerde wetenschapper.
•
She is a fluent English speaker.
Ze is een vloeiende Engelse spreker.
2.
luidspreker, box
an electrical transducer that converts electrical signals into sound waves
Voorbeeld:
•
The music was blasting from the large speakers.
De muziek knalde uit de grote luidsprekers.
•
Connect your phone to the Bluetooth speaker.
Verbind je telefoon met de Bluetooth-luidspreker.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: