Betekenis van het woord Spanish in het Nederlands
Wat betekent Spanish in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
Spanish
US /ˈspæn.ɪʃ/
UK /ˈspæn.ɪʃ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
Spaans, Spaanse taal
the Romance language spoken in most of Spain and in much of Central and South America.
Voorbeeld:
•
She is learning to speak Spanish.
Ze leert Spaans spreken.
•
Many people in the US speak Spanish.
Veel mensen in de VS spreken Spaans.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
Spaans
relating to Spain, its language, or its culture.
Voorbeeld:
•
He enjoys Spanish cuisine.
Hij geniet van de Spaanse keuken.
•
The museum has a collection of Spanish art.
Het museum heeft een collectie Spaanse kunst.
Leer dit woord op Lingoland
Gerelateerd Woord: