solar
US /ˈsoʊ.lɚ/
UK /ˈsoʊ.lɚ/

1.
zonne-, zon
relating to or denoting the sun
:
•
The Earth revolves around the sun in a solar orbit.
De aarde draait in een zonnebaan om de zon.
•
A solar eclipse occurs when the Moon passes between the Sun and Earth.
Een zonneclips treedt op wanneer de maan tussen de zon en de aarde doorgaat.
2.
zonne-, op zonne-energie
operated by or deriving power from the sun's energy
:
•
Many homes now use solar panels to generate electricity.
Veel huizen gebruiken nu zonnepanelen om elektriciteit op te wekken.
•
The calculator is powered by a small solar cell.
De rekenmachine wordt aangedreven door een kleine zonnecel.