Betekenis van het woord smoking in het Nederlands
Wat betekent smoking in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
smoking
US /ˈsmoʊ.kɪŋ/
UK /ˈsmoʊ.kɪŋ/

Zelfstandig Naamwoord
1.
roken
the action or habit of inhaling and exhaling the smoke of tobacco or a drug
Voorbeeld:
•
Smoking is prohibited in this building.
Roken is verboden in dit gebouw.
•
He quit smoking last year.
Hij is vorig jaar gestopt met roken.
Synoniem:
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
rokend, walmend
emitting smoke or visible vapor
Voorbeeld:
•
The chimney was smoking heavily.
De schoorsteen was zwaar aan het roken.
•
The engine started smoking after a few miles.
De motor begon te roken na een paar mijl.
Synoniem:
Werkwoord
1.
rokend
present participle of smoke
Voorbeeld:
•
He was caught smoking in the non-smoking area.
Hij werd betrapt op roken in de rookvrije zone.
•
The fire was still smoking hours later.
Het vuur was uren later nog steeds aan het roken.
Leer dit woord op Lingoland