slick

US /slɪk/
UK /slɪk/
"slick" picture
1.

glad, glimmend

smooth and glossy

:
The road was slick with ice.
De weg was glad van het ijs.
Her hair was pulled back in a slick ponytail.
Haar haar was strak naar achteren getrokken in een gladde paardenstaart.
2.

gelikt, vlot, bekwaam

operating or performing with great efficiency and skill

:
The company launched a slick new advertising campaign.
Het bedrijf lanceerde een gelikte nieuwe reclamecampagne.
He gave a slick presentation that impressed everyone.
Hij gaf een gelikte presentatie die iedereen imponeerde.
1.

olievlek, gladde plek

a patch of oil, especially on the surface of water

:
An oil slick spread across the ocean.
Een olievlek verspreidde zich over de oceaan.
The environmental group worked to clean up the oil slick.
De milieugroep werkte aan het opruimen van de olievlek die zich verspreidde.
1.

glad maken, glimmend maken

make something smooth or glossy

:
He slicked his hair back with gel.
Hij streek zijn haar naar achteren met gel.
The rain slicked the pavement.
De regen maakte het trottoir glad.