Betekenis van het woord self in het Nederlands
Wat betekent self in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland
self
US /self/
UK /self/
Zelfstandig Naamwoord
1.
zelf, ik
a person's essential being that distinguishes them from others, especially considered as the object of introspection or reflexive action
Voorbeeld:
•
He needs to find his true self.
Hij moet zijn ware zelf vinden.
•
She is always putting others before her self.
Ze stelt altijd anderen boven haar zelf.
Bijvoeglijk Naamwoord
1.
zelfgekleurd, eenvormig
of the same color or material throughout
Voorbeeld:
•
The chair was upholstered in self-colored fabric.
De stoel was bekleed met zelfgekleurde stof.
•
The dress had a self-patterned design.
De jurk had een zelfpatroon ontwerp.
Voorvoegsel
1.
zelf
used to form compound adjectives with the meaning 'of oneself' or 'by oneself'
Voorbeeld:
•
He is a self-taught musician.
Hij is een zelfgeleerde muzikant.
•
The car has a self-driving feature.
De auto heeft een zelfrijdende functie.
Leer dit woord op Lingoland