safe and sound

US /ˌseɪf ən ˈsaʊnd/
UK /ˌseɪf ən ˈsaʊnd/
"safe and sound" picture
1.

veilig en wel, ongedeerd

unharmed, especially after being in danger

:
After the storm, we were relieved to find everyone safe and sound.
Na de storm waren we opgelucht iedereen veilig en wel aan te treffen.
The lost hikers returned to camp safe and sound after two days.
De verdwaalde wandelaars keerden na twee dagen veilig en wel terug naar het kamp.