revolution
US /ˌrev.əˈluː.ʃən/
UK /ˌrev.əˈluː.ʃən/
1.
revolutie
a forcible overthrow of a government or social order, in favor of a new system
:
•
The French Revolution changed the course of history.
De Franse Revolutie veranderde de loop van de geschiedenis.
•
The country was on the brink of a political revolution.
Het land stond op de rand van een politieke revolutie.
2.
ingrijpende verandering, omwenteling
a dramatic and wide-reaching change in the way something works or is organized or in people's ideas about it
:
•
The industrial revolution brought about significant technological advancements.
De industriële revolutie bracht aanzienlijke technologische vooruitgang met zich mee.
•
The internet caused a communication revolution.
Het internet veroorzaakte een communicatierevolutie.
3.
omwenteling, rotatie
an instance of revolving
:
•
The revolution of the Earth around the Sun takes approximately 365 days.
De omwenteling van de aarde rond de zon duurt ongeveer 365 dagen.
•
The machine's smooth revolution ensured efficient operation.
De soepele omwenteling van de machine zorgde voor een efficiënte werking.