innovation
US /ˌɪn.əˈveɪ.ʃən/
UK /ˌɪn.əˈveɪ.ʃən/
1.
innovatie, vernieuwing
the action or process of innovating
:
•
The company is committed to continuous innovation.
Het bedrijf zet zich in voor continue innovatie.
•
Technological innovation is crucial for economic growth.
Technologische innovatie is cruciaal voor economische groei.
2.
innovatie, nieuwigheid, nieuw product
a new method, idea, product, etc.
:
•
The smartphone was a major innovation in communication.
De smartphone was een belangrijke innovatie in communicatie.
•
They introduced several new innovations to the market.
Ze introduceerden verschillende nieuwe innovaties op de markt.