puppeteer
US /ˌpʌp.əˈtɪr/
UK /ˌpʌp.əˈtɪr/
1.
poppenspeler
a person who manipulates puppets
:
•
The puppeteer skillfully made the marionette dance.
De poppenspeler liet de marionet behendig dansen.
•
She dreams of becoming a professional puppeteer.
Ze droomt ervan een professionele poppenspeler te worden.
2.
poppenspeler, manipulator
a person who controls the actions of others, often secretly or indirectly
:
•
He was the true puppeteer behind the political scandal.
Hij was de ware poppenspeler achter het politieke schandaal.
•
The CEO was seen as the puppeteer, pulling all the strings in the company.
De CEO werd gezien als de poppenspeler, die alle touwtjes in handen had in het bedrijf.