prophylactic
US /ˌproʊ.fɪˈlæk.tɪk/
UK /ˌproʊ.fɪˈlæk.tɪk/

1.
profylactisch, preventief
intended to prevent disease
:
•
The doctor prescribed a prophylactic antibiotic to prevent infection.
De arts schreef een profylactisch antibioticum voor om infectie te voorkomen.
•
Wearing a mask can be a prophylactic measure against airborne diseases.
Het dragen van een masker kan een profylactische maatregel zijn tegen door de lucht overgedragen ziekten.
1.
profylacticum, preventief middel
a medicine or treatment designed to prevent disease
:
•
He takes a daily prophylactic against malaria.
Hij neemt dagelijks een profylacticum tegen malaria.
•
The vaccine acts as a powerful prophylactic.
Het vaccin werkt als een krachtig profylacticum.