progressive
US /prəˈɡres.ɪv/
UK /prəˈɡres.ɪv/
1.
progressief, geleidelijk
happening or developing gradually or in stages; proceeding step by step
:
•
The disease showed a progressive decline in health.
De ziekte vertoonde een progressieve achteruitgang van de gezondheid.
•
The company made progressive improvements in its product line.
Het bedrijf heeft progressieve verbeteringen aangebracht in zijn productlijn.
2.
progressief, vooruitstrevend
favoring or implementing social reform or new, liberal ideas
:
•
She is known for her progressive views on education.
Ze staat bekend om haar progressieve opvattingen over onderwijs.
•
The party adopted a more progressive stance on environmental issues.
De partij nam een meer progressief standpunt in over milieukwesties.
1.
progressief, vooruitstrevend
a person who favors or implements social reform or new, liberal ideas
:
•
She is a true progressive, always advocating for change.
Ze is een echte progressieve, altijd pleitbezorger voor verandering.
•
The new mayor is seen as a progressive by many.
De nieuwe burgemeester wordt door velen als een progressieve gezien.