pharmaceutical
US /ˌfɑːr.məˈsuː.t̬ɪ.kəl/
UK /ˌfɑːr.məˈsuː.t̬ɪ.kəl/
1.
farmaceutisch
relating to drugs used in medicine
:
•
The company is a leader in pharmaceutical research.
Het bedrijf is een leider in farmaceutisch onderzoek.
•
He works in the pharmaceutical industry.
Hij werkt in de farmaceutische industrie.
1.
farmaceutisch product, medicijn
a drug or medicine
:
•
The doctor prescribed a new pharmaceutical for her condition.
De dokter schreef een nieuw farmaceutisch middel voor haar aandoening voor.
•
The company manufactures various pharmaceuticals.
Het bedrijf produceert verschillende farmaceutische producten.