pathological

US /ˌpæθ.əˈlɑː.dʒɪ.kəl/
UK /ˌpæθ.əˈlɑː.dʒɪ.kəl/
"pathological" picture
1.

pathologisch, ziekelijk

relating to or caused by disease; morbid

:
The doctor ordered further tests to determine the pathological changes in the tissue.
De dokter beval verdere tests om de pathologische veranderingen in het weefsel te bepalen.
Her fear of germs was almost pathological.
Haar angst voor ziektekiemen was bijna pathologisch.
2.

dwangmatig, obsessief

compulsive and obsessive

:
He was a pathological liar, unable to tell the truth even when it was in his best interest.
Hij was een pathologische leugenaar, niet in staat om de waarheid te vertellen, zelfs niet als het in zijn eigen belang was.
Her pathological need for control made it difficult for others to work with her.
Haar pathologische behoefte aan controle maakte het moeilijk voor anderen om met haar samen te werken.