Betekenis van het woord participle in het Nederlands

Wat betekent participle in het Engels? Ontdek de betekenis, uitspraak en specifiek gebruik van dit woord met Lingoland

participle

US /ˈpɑːr.t̬ɪ.sɪ.pəl/
UK /ˈpɑːr.t̬ɪ.sɪ.pəl/
"participle" picture

Zelfstandig Naamwoord

1.

deelwoord

a word formed from a verb (e.g., going, gone, being, been) and used as an adjective (e.g., working woman, burnt toast) or a noun (e.g., good breeding) or used to form compound tenses (e.g., is going, has been).

Voorbeeld:
The word 'running' in 'running water' is a participle.
Het woord 'running' in 'running water' is een deelwoord.
English has present participles (ending in -ing) and past participles (often ending in -ed or -en).
Het Engels heeft tegenwoordige deelwoorden (eindigend op -ing) en verleden deelwoorden (vaak eindigend op -ed of -en).
Leer dit woord op Lingoland